De PvdA-fractie kan zich niet vinden in het bezuinigingsvoorstel van het college van B&W, waarbij de komende jaren het grootste gedeelte van de speelplekken en speeltoestellen in de openbare ruimte kan worden verwijderd. De verwijdering van circa 325 speelplekken in de openbare ruimte moet jaarlijks 377.000 euro
helpen besparen. PvdA-raadsleden Jurgen Goejer en Rob de Geest: “Deze voorgestelde bezuiniging op
speelplekken gaat 325 stappen te ver!” De verwijdering van circa 325 speelplekken in de openbare ruimte (ca. 75% van het totaal) moet vanaf 2017 jaarlijks 377.000 euro opleveren aan vermindering van beheer- en onderhoudskosten.
Het college van B&W zet in haar bezuinigingsplannen in op de concentratie van wijkvoorzieningen en het versterken van de eigen kracht en vrijwillige inzet onder bewoners. De PvdA-fractie kan deze uitgangpunten in algemene zin wel delen. Daarbij is voor de PvdA wel van belang dat er aangesloten wordt op en ruimte gemaakt wordt voor initiatieven van bewoners. Dat is een bekende werkwijze die in Deventer al jarenlang bestaat via o.a. de Wijkaanpak. Op deze wijze kan mogelijk ook via meer zelforganisatie en inzet door bewoners bijgedragen worden aan bezuinigingen. Bij het bezuinigingsvoorstel over het verminderen van beheer- en onderhoudskosten bij speelplekken wordt dit principe echter niet op een goede wijze toegepast.
“Initiatief onder bewoners ‘afdwingen’ door eerst uit te gaan van het verwijderen van speeltoestellen is de verkeerde weg. Dat zorgt niet voor draagvlak. Het voorstel van het college is te weinig doordacht en te rigoureus”, zo stelt PvdA-fractievoorzitter Jurgen Goejer.
Bewoners kunnen volgens het collegevoorstel een speelplek in hun buurt behouden als zij in georganiseerd verband overgaan tot het onderhouden en beheren van de speelplek, zij het dat dit dan zonder de gemeentelijke onderhoudsbudgetten gebeurt. Verder zijn met name de Deventer speeltuinverenigingen en de schoolpleinen de resterende alternatieven voor de verwijderde speelplekken. Deze spelen nu ook al een belangrijke rol in hun speelfunctie, maar bieden onvoldoende alternatief voor alle leeftijdsgroepen.
PvdA-raadslid Rob de Geest: “De gevolgen kunnen fors zijn. Speeltoestellen mogen geen schaarste-voorziening worden. In de praktijk kan dit voorstel in de komende jaren inhouden dat veel kinderen weinig tot geen speeltoestellen meer aantreffen in hun eigen buurt. Daarvoor moeten ze dan vooral naar de overgebleven speeltuinverenigingen of schoolpleinen, waarvan de openbaarheid ook niet altijd goed geregeld is”.
De PvdA-raadsleden vinden daarom dat de bezuiniging zoals die nu wordt voorgesteld van tafel moet: “Ook al kunnen mensen plekken behouden via zelfbeheer, het is een vorm die verschillende risico’s en nadelen in zich heeft. Bovendien wordt het min of meer afgedwongen door het dreigement dat anders de speelplek alsnog verdwijnt”, aldus Goejer en De Geest.
De PvdA-fractie zal bij de aanstaande behandeling van de Voorjaarsnota voorstellen doen om de bezuiniging niet op de door B&W voorgestelde wijze in te vullen.