Voor de komende jaren ligt er voor veel gemeenten een grote opgave en noodzaak in het verduurzamen van het gemeentelijk vastgoed. In de klimaatwet is vastgelegd dat gemeenten hun maatschappelijk vastgoed voor 2050 verduurzamen. Dat betekent als uitgangspunt een vermindering van 95% van de CO₂-uitstoot in dat jaar (ten opzichte van 1990) en het aardgasvrij maken van deze gebouwen. In 2030, dus binnen afzienbare tijd, moet er al sprake zijn van een vermindering van 55% van de uitstoot.
Het college van B&W is druk bezig met de voorbereiding op dit complexe traject dat ook forse investeringen vraagt. Investeringen die ook ten dele kunnen helpen om kosten te verlagen voor het gebruik van gebouwen. Het college heeft vorige maand een strategie voorgelegd aan de gemeenteraad over de werkwijze bij de verduurzaming van de gemeentelijke gebouwen. Hiermee verwacht het college de CO₂-uitstoot van panden behoorlijk te verlagen.
De verduurzaming kost circa 48 miljoen euro tot 2030. In voorbereiding op de begroting voor 2024 heeft het college al wel 2 miljoen vrij weten te spelen maar er is meer nodig. PvdA en D66 hebben daarom succesvol een voorstel ingediend om nu ook 4 miljoen extra vrij te maken. Dit voorstel werd bij de behandeling van de voorjaarsnota bijna raadsbreed gesteund.
Voor de PvdA geldt dat de gemeente een voorbeeldfunctie heeft als het gaat om verduurzamen van haar panden. Door dit voortvarend aan te pakken, kunnen onderwijsgebouwen, culturele instellingen, buurthuizen en sportaccommodaties die in bezit zijn van de gemeente bij onderhoudswerkzaamheden direct en goed verduurzaamd worden en klaargemaakt worden voor de toekomst.