PvdA vernieuwt pleidooi voor stations in Deventer-Noord en Zwolle-Zuid

De PvdA-fracties  Deventer, Zwolle en Overijssel pleiten opnieuw voor de bouw van treinstations in Deventer Noord en Zwolle Zuid. Nu de Tweede Kamer heeft besloten om het traject Zwolle-Arnhem aan te pakken is de tijd rijp om ook de twee lang gewenste stations te realiseren, denken de sociaaldemocraten. “Er wordt al jaren gesproken over Zwolle Zuid en Deventer Noord,” zegt Hans Nooter van de PvdA Overijssel. “Dit is een uitgelezen kans. Als we het traject Zwolle-Deventer aanpakken, dan moeten we het meteen goed doen.”

“Telkens als ik in Zuid ben hoor ik van mensen dat ze de trein voorbij zien schieten terwijl ze in de auto stappen om naar Deventer te gaan. Dat is toch raar?” zegt Mart oude Egbrink van de PvdA Zwolle. “De trein is een serieus en aantrekkelijk alternatief voor de auto, maar alleen als reizigers geen ommelandse reis hoeven te maken om in een coupé te kunnen stappen.” Hij is blij met de extra investering door het rijk, die onder meer moeten leiden tot verdubbeling van het enkele spoor tussen Olst en Deventer.

“Ook in Deventer rijdt de trein bij veel inwoners voor de deur langs, zonder te stoppen,” zegt fractievoorzitter Rob de Geest van de PvdA Deventer. “De reizigers willen wel, het probleem was altijd de flessenhals van het enkelspoor bij Olst. Door de spoorverdubbeling wordt het mogelijk vaker te stoppen, en dus kunnen de nieuwe stations eindelijk gerealiseerd worden. Daarmee komt het openbaar vervoer voor veel meer mensen binnen handbereik. Dus moeten we nu meteen doorpakken.”

De PvdA’ers willen dat de gemeentes samen met de provincie en het rijk de schouders zetten onder het realiseren van de nieuwe stations. Nooter: “Volgens mij willen we allemaal hetzelfde. Minder reistijd, snellere verbindingen, meer mensen in het ov en minder uitstoot van CO2. Met deze twee nieuwe stations bereiken we al die doelen in één keer. Het rijk gaat investeren. De reizigers zijn er klaar voor. Waar wachten we nog op?”

Eind dit jaar zal de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat aan de Tweede Kamer bekendmaken welke vervolgstappen worden gezet.