Weglopen frustreert het democratisch functioneren van de raad
“De politiek in Deventer is hard”, was één van de opmerkingen, die ik gisteren te horen kreeg na afloop van het debat in de raad over de Cultuurvisie. De directeur van een belangrijke regionale instelling, die deze zin uitsprak was duidelijk aangedaan. Hij refereerde met zijn uitspraak aan het weglopen van nagenoeg alle oppositiepartijen uit de raadzaal, om het cultuurdebat te ontlopen.
En eerlijk gezegd was ik ook verbijsterd. Democratie is een groot goed, maar kan slechts functioneren als iedere deelnemer de spelregels respecteert en daar naar handelt. En een hele belangrijke regel is dat besluiten worden genomen bij meerderheid van stemmen. Zo had de raad bij meerderheid besloten dat het cultuurdebat door zou gaan na een besloten raadsbijeenkomst in verband met informatie waar geheimhouding voor nodig is. En die geheimhouding is geen belemmering om je over het cultureel perspectief voor Deventer uit te spreken, was het raadsbesluit.
Andere spelregel is dat het debat wordt gevoerd in de publieke arena van de raadzaal. Iedereen moet dat debat kunnen volgen en het is onze taak als raadsleden om alle argumenten in te brengen, aan te horen te wegen en te komen tot een besluit ten dienste van het algemeen belang. Dus weglopen uit de arena en vooral de sociale media gebruiken om je standpunt te zenden, levert geen positieve bijdrage. De cultuurvisie niks vinden is juist een reden om het debat wel aan te gaan en om via moties / amendementen bij te sturen. Dat is het recht maar ook de taak van volksvertegenwoordigers. Daarin hebben deze fracties, VVD, Deventer Belang, Deventer Nu, Denk en Deventer Sociaal, ernstig verzaakt en de culturele sector maar vooral de Deventenaar in de steek gelaten. De partijen hebben hun eigen spelletje gespeeld en daarmee hun collega’s geschoffeerd.
De raadszaal zat vol belangstellenden en betrokken cultuurprofessionals, die de laatste maanden erg druk zijn geweest met de voorbereidingen op de cultuurvisie. De besluitvorming in de raad was het sluitstuk van die inspanningen en dat debat werd slechts met 24 raadsleden gevoerd. “Dit straalt ook negatief af op ons als cultuursector”, hoorde ik van een andere betrokken directeur. De oppositie had een stok gezocht om de hond (de coalitie) mee te slaan en die stok gevonden in de besloten raadsvergadering. En als dat niet op hun pad was gekomen dan zou het wel een motie zijn ingediend met de
strekking dat de cultuurvisie niet rijp zou zijn voor besluitvorming. Het ontbreken van schriftelijke inbreng (moties en amendementen) van de oppositiepartijen was vooraf al een veeg teken.
Maar toegegeven, als je wegloopt hoef je je verder niet in te spannen en heb je een vet artikel in de Stentor te pakken. Je bent je dan niet bewust van het feit dat je gekozen raadslid / volksvertegenwoordiger bent en niet alleen je eigen liedje zingt maar het algemeen belang dient. En je hebt geen oog voor alle insprekers en bewoners die van de gemeenteraad verwachten dat ze gezamenlijk tot een afgewogen oordeel komen in het algemeen belang. Publiciteit, daar lijkt het een aantal raadsleden vooral om te doen te zijn. Mijn conclusie is dat we met onze lokale democratie langzaam afglijden naar een zeer bedenkelijk niveau en dat snijdt dwars door mijn democratische ziel.