Blog: Onderzoek naar oud-bestuurder corporatie Rentree goede zaak
PvdA-raadslid Patrick Kemperman reageert op recente berichtgeving in de Stentor over civielrechtelijk onderzoek naar de oud-bestuurder van Rentree. Dit is potentieel zeer goed nieuws voor de Deventer huurders als het daarwerkelijk gaat lukken om hem aansprakelijk te stellen en de schade op hem te verhalen. De berichtgeving levert ook nog een hoop vragen op.
In de Stentor van zaterdag 30 juni wordt bericht dat Rentree toch richting haar oud-bestuurder Teuben een civielrechtelijke procedure gaat starten. Teuben kan dan alsnog verhoord worden en zo gedwongen worden mee te werken aan het onderzoek, waar hij tot nu toe niet aan mee heeft gewerkt.
Het vertrouwelijke forensisch rapport door Deloitte zou geen aanknopingspunten hebben opgeleverd voor strafrechtelijke stappen, bleek in 2011. Toch is er een second opinion uitgevoerd door voormalig officier van justitie Robert Hein Broekhuijsen. Deze second opinion is er gekomen door druk van de Tweede Kamer op toenmalig Minister Donner. In een breed aangenomen motie van 29 februari 2012 constaterende de Kamer dat uit het forensisch onderzoek “blijkt dat de raad van toezicht nalatig is geweest bij het uitoefenen van zijn controlerende taak rond een viertal grondtransacties”. Blijkbaar stonden er in het vertrouwelijke rapport van Deloitte toch dusdanige ernstige zaken dat de Kamer heeft doorgevraagd naar een nader onderzoek. De conclusies uit deze second opinion zijn nu overgenomen door de Minister en de RvT van Rentree.
Dat is enerzijds heel mooi en goed nieuws. Wellicht kan er op termijn via de verzekering van Teuben nog wat verloren geld terug gekregen worden. Anderzijds zit er ook een vreemde kant aan. De RvT kan zich vinden in de conclusies dat een oud-bestuurder, onder hun toezicht, ernstige fouten heeft gemaakt en mogelijk persoonlijk aansprakelijk kan worden gesteld. De RvT gaat nu vervolgens een civielrechtelijke procedure starten tegen Teuben. Maar niet tegen de toenmalige RvT zelf. Die blijven bij deze procedure buiten spel. Dat is jammer, want zo houd je de schijn tegen je. Waarom niet een breder civielrechtelijke procedure, waarbij ook het handelen van de toenmalige RvT wordt meegenomen? De Deventer huurders hebben er recht op te weten wat er precies is gebeurd in die periode bij Rentree. En als blijkt dat ook de RvT steekjes heeft laten vallen in haar toezichthoudende rol, dan kunnen mogelijk ook die leden en hun verzekering aansprakelijk worden gesteld.
Ik volg de ‘zaak Rentree’ al vanaf het moment dat ik in de gemeenteraad ben gekomen (2010) op de voet. Zo heb ik al meermalen vragen gesteld aan het college over de gang van zaken bij Rentree en de gevolgen die dat heeft voor Deventer volkshuisvesting. Echter loop je als volksvertegenwoordiger steeds tegen het probleem aan dat we als gemeente eigenlijk niets (meer) te zeggen hebben over de woningcorporaties. Iets wat me niet goed zit. 46% van onze inwoners woont in een huurwoning, waarvan een groot deel in een corporatiewoning. Wonen is een van de primaire levensbehoefte, maar toch hebben we er als gemeente bar weinig over te zeggen. Het beleid, toezicht en uitvoering van de volkshuisvesting ligt bijna volledig in handen van de woningcorporaties.
Bij de vorming van het coalitieakkoord 2010-2014 heb ik nog gepleit voor het plaatsen van een vertegenwoordiger namens de gemeente binnen de RvT van corporaties. Daar waren echter geen medestanders voor te vinden. Onder andere via het argument dat je dan als gemeente ‘twee petten op hebt’ en ook verantwoordelijk bent voor als er iets mis gaat. Die verantwoordelijkheid zou ik niet uit de weg willen gaan. Toezicht is niet voor bange mensen. Het is juist des te meer redenen om je goed in te zetten en verantwoordelijkheid te nemen. En overigens hebben we die constructie van toezicht wel bij meer instanties in Deventer toegepast.
Terug naar Rentree en de gevolgen voor de Deventer volkshuisvesting. Begin 2010 is er uitvoerig overleg gevoerd tussen de gemeente Deventer en Rentree over het herstelplan om de financiële problemen op te lossen. Dit heeft geleid dat met instemming van het College op 11 mei 2010 het vernieuwde financieringsplan aan de Minister is gezonden ter vaststelling. Het College heeft daarmee ingestemd dat Rentree een klein aantal (73) sociale huurwoningen per jaar dient te verkopen om de liquiditeitspositie te verbeteren.
De PvdA is nooit groot voorstander geweest van deze manier van problemen oplossen. Het verkopen van een klein deel van woningvoorraad was al een optie vanuit de in 2008 vastgestelde woonvisie en prestatieafspraken, maar er zit een grens aan wat wenselijk en verstandig is.
De weg van schade verhalen en steun aanvragen bij het daarvoor bestaande Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting (CFV) is de weg die wij eerst hadden willen bewandelen. In mijn vragen van begin 2011 heb ik het College ook gewezen op deze optie.
Als woningcorporaties niet beschikken over de noodzakelijke financiële middelen, kunnen zij een beroep doen op de saneringssteun van het CFV. Het College achtte deze weg naar het CFV niet haalbaar. “Slechts bij hoge uitzondering zou dit aan de orde kunnen zijn en eigenlijk alleen als de corporatie zelf de problemen niet kan oplossen en het voortbestaan gevaar loopt”. We weten inmiddels dat ‘bij hoge uitzondering’ toch best voorkomt. Zo is er recent bij meerdere corporaties die in de problemen zijn gekomen gekozen voor deze oplossing. Zo ook bij bijvoorbeeld Vestia.
Naar nu blijkt is het dus mogelijk om de financiële problemen niet alleen op te lossen via verkoop van sociale huurwoningen maar ook via saneringssteun van het CFV. Iets wat tot voorheen vaak alleen als een theoretische mogelijkheid werd bestempeld. Andere gemeenten in het land hebben bijvoorbeeld geweigerd in te stemmen met de verkoop van nog meer sociale huurwoningen rondom de problemen bij Vestia. Daardoor worden de financiële problemen van Vestia nu via het CFV over alle corporaties in Nederland uitgespreid en niet alleen op de lokale volkshuisvesting verhaald. Die extra kosten (700 miljoen over 10 jaar) krijgen Rentree en de andere Deventer corporaties helaas nog te verwerken de komende tijd. In de politieke markt van 4 juli over evaluatie van de prestatieafspraken heb ik richting de corporaties aangegeven dat de PvdA niet wil dat deze problemen leiden tot meer verkoop van sociale huurwoningen dan nu is afgesproken. Die prestatieafspraak is voor de PvdA hard!
Tot nu toe valt er iedere keer als er aan het dossier Rentree geschud wordt iets uit. Totale openbaarheid en transparantie zijn nodig om dit te stoppen en de complete waarheid boven tafel te krijgen. Dat alleen is goed voor het vertrouwen in corporaties en hun toezicht.